Open brief aan de Directeur van de Dienst Werk en Inkomen

Open brief aan de Directeur van de Dienst Werk en Inkomen

De heer Schreuders

Jan van Galenstraat 323

1056 CH Amsterdam

Amsterdam, 22-09-2005

 

Geachte meneer Schreuders,

Zoals u weet, zal bij de nieuwe gemeentelijke Dienst Werk en Inkomen een clientenraad worden ingesteld die de directie en de wethouder c.q de politiek meer in het algemeen zal gaan adviseren over het te voeren beleid. Deze clientenraad zal deels bestaan uit vertegenwoordigers van belangenorganisaties. Ook de Vereniging Bijstandsbond Amsterdam heeft een uitnodiging ontvangen een vertegenwoordiger naar een zetel in de nieuwe clientenraad te laten solliciteren.

Hierbij delen wij u mee, dat de Bijstandsbond op een ledenvergadering bij meerderheid heeft besloten geen vertegenwoordiger te laten solliciteren.Tijdens de ledenvergadering vond een discussie plaats waarbij de balans doorsloeg naar de bovengenoemde beslissing. In de discussie waren er, die zeiden: er verandert niet zoveel qua samenstelling, bevoegdheden etc. ten opzichte van de oude situatie. En we zaten ook in die oude clientenraad. Dus waarom nu niet? Er waren ook standpunten die werden verwoord door een van de aanwezigen die zei: er zijn evenveel argumenten voor deelname als tegen deelname te bedenken. De meerderheid stelde zich echter op het standpunt, dat de clientenraad als orgaan voor participatie van bijstandsgerechtigden in de discussie die tijdens besluitvormingsprocessen plaatsvindt te dicht bij de directie van de nieuwe Dienst Werk en Inkomen komt te staan en in de huidige opzet weinig meerwaarde heeft. Daarvoor zien wij verschillende tendenzen

Zeker gezien het feit, dat de meerderheid van de nieuwe clientenraad wellicht uit individuele personen gaat bestaan, die geen achterban hebben en die alleen via via op de hoogte kunnen komen van wat er zich in de praktijk op spreekuren e.d. afspeelt, dreigt het gevaar, dat op de agenda van de nieuwe clientenraad voornamelijk onderwerpen en vragen komen te staan die door de nieuwe DWI worden aangedragen. Urenlange discussies zijn in de oude clientenraad gewijd aan de procedures op basis waarvan de inspraak van de clientenraad geregeld zou moeten worden en in welk stadium samen te stellen beleidsnotaas van de DWI aan de clientenraad verstrekt moeten worden zodat zij de tijd hebben een advies te formuleren. Daarbij neigde de oude clientenraad al naar het standpunt, dat concepten van beleidsnotaas in een vroegtijdig stadium onder embargo aan de clientenraad worden verstrekt, zodat reeds in dat stadium invloed kan worden uitgeoefend. Dit leidt echter naar onze mening structureel tot een informatiestroom, die de clientenraadsleden niet met hun achterban kunnen delen en die tot afwegingen van belangen kunnen leiden die ook niet met de eigen achterban kunnen worden gedeeld. Wanneer de meerderheid van de clientenraad of een zeer groot dele gaat bestaan uit individuele leden, die geen achterban hebben, is het zeer wel mogelijk dat de clientenraad gaat functioneren als een verlengstuk van het ambtelijk apparaat, waarbij men  voornamelijk zijn/haar individuele mening geeft over de agenda die eenzijdig is gebaseerd op de beleidsnotaas van de nieuwe Dienst DWI. Wij vinden dat een ongewenste situatie.

Reeds in de oude situatie, die nu nog bestaat, heeft naar onze mening de clientenraad onvoldoende gefunctioneerd waar het gaat om het aandragen van haar eigen agenda op basis van ervaringen in de praktijk met name waar het gaat om het functioneren van de regio-kantoren, waar je op een spreekuur het meest mee te maken hebt. De verschillende organisaties hebben onvoldoende een min of meer systematische inventarisatie van knelpunten gemaakt en op basis daarvan hun standpunten geformuleerd. Wij vinden, dat de vertegenwoordigers van de bijstandsbond op basis van klachtenboeken die in de loop van de tijd alleen of in samenwerking met anderen door de bijstandsbond zijn geproduceerd en op basis van spreekuurervaringen dat wel hebben gedaan. Er zijn in de nieuwe situatie geen afspraken gemaakt om dit te voorkomen.

Als je je eigen agenda bepaalt op grond van je eigen informatie maakt het niet zoveel uit of beleidsnota a of b wel of niet op tijd door de clientenraad van een advies kan worden voorzien. Je draagt immers informatie aan, die als het voor deze beleidsnota te laat is, meegenomen kan worden in de volgende. Een open besluitvormingsproces is een voortdurende reflexie op maatregelen die je hebt genomen, bijsturen en nieuwe maatregelen nemen.

Het gebrek aan openheid en transparantie komt tot uiting bij de procedure voor de samenstelling van de nieuwe clientenraad. Er is een rapport gemaakt over hoe het moet gaan in een min of meer besloten commissie, die geleid heeft tot een sollicitatiecommissie, waarvan wij de samenstelling slechts gedeeltelijk weten, maar die naar wij begrijpen uit een man en een vrouw bestaat, die in al haar wijsheid intern gaat bepalen of iemand wel of geen lid kan worden van de clientenraad.

Daarbij zullen er gezien het grote aantal sollicitanten, individueel en qua organisaties, zeker mensen en groepen afvallen. Qua uitnodigingsbeleid voor de nieuwe clientenraad, waarover naar wij begrijpen lijstjes hebben gecirculeerd in de commissie, hebben wij geconstateerd, dat enkele organisaties die volgens ons zeker in aanmerking komen, niet zijn uitgenodigd, zoals het HTIB en het Platform Zuid-Oost. Wij wijzen deze procedure af. Natuurlijk kan niet de hele wereld in de clientenraad zitten, maar naar onze mening had een bredere groep in alle openheid bij de opzet van een nieuwe clientenraad betrokken moeten worden. Er had al in een eerder stadium een brief moeten uitgaan naar de besturen van de aangesloten en niet aangesloten organisaties, die wel bezig zijn met belangenbehartiging voor bijstandsgerechtigden over hoe zij het functioneren van de oude clientenraad evalueren en op welke wijze volgens hen een nieuwe clientenraad vorm zou moeten krijgen. Hierover had vervolgens een open discussie moeten plaatsvinden waarbij ook niet-clientenraadsleden in de gelegenheid waren gesteld hun zegje te doen.

In feite hebben zich in de afgelopen jaren meningsverschillen en conflicten voorgedaan in de oude clientenraad, die betrekking hadden op plaats en functie van dit inspraakorgaan. Sommigen vonden, dat de clientenraad alleen een adviescommissie moet zijn, die schriftelijk en via de tweemaandelijkse vergaderingen de directie informeert over beleidnotaas die door de sociale dienst worden aangedragen, en daarmee was de kous af, anderen hadden een bredere taakopvatting. In de oude clientenraad bestond in het verleden bij sommigen een zekere schroom naast het overleg met de directie van de sociale dienst de politiek te benaderen en in te spreken in de commissie van de gemeenteraad. Sommigen waren bang daarmee de directie voor het hoofd stoten en vermeden scherpe kritiek. Ook vond men dat de clientenraad geen functie had in het organiseren van bijeenkomsten, terwijl gebruikmaking van wettelijke mogelijkheden op informatieverkrijging niet werden benut en een stimulerende rol van de clientenraad in de belangenbehartiging niet als haar taak werd gezien. Anderen wilden dat wel.

De vraag doet zich voor, wat de meerwaarde is van een clientenraad in de huidige situatie, waarbij er in feite geen bevoegdheden zijn. Sommigen zeggen dat de clientenraad op de hoogte is van veel informatie die je anders niet hebt. Afgezien van het feit, dat we informatie helemaal niet willen hebben als er voorwaarden aan zijn verbonden door de directie van de sociale dienst kan echter gesteld worden dat met moderne communicatiemiddelen die informatie thans ook te krijgen is. Via www.amsterdam.nl zijn alle stukken voor de eerstvolgende vergadering van de commissie werk en inkomen eenvoudig te downloaden. Je hebt dan minstens een week de tijd om te reageren. Je kunt zeggen dat deze stukken niet voorzien zijn van een advies als er geen clientenraad is, maar uitgaande van wat we hebben gezegd over de eigen agenda kun je zeggen dat de sociale dienst voortdurend moet reageren op haar omgeving en voortdurend haar beleid bijstelt. Daar kun je op inspelen. Een clientenraad zonder bevoegdheden heeft weinig meerwaarde. Verder bestaan er naast bezwaarschriftprocedures klachtenprocedures bij de Ombudsman en de sociale dienst zelf voor individuele clienten. En op grond van de Algemene Wet Bestuursrecht kunnen brieven aan een overheidsorgaan worden geschreven, die moeten worden beantwoord of gesprekken aangevraagd, terwijl er kan worden ingesproken bij de commissie. Dat is ook een soort advies. Dat de clientenraad advies kan geven, dat recht heeft iedere burger op grond van de AWB. Daarnaast onderhouden medewerkers van de sociale dienst tal van meer of minder formele contacten met hun omgeving met een veelheid aan organisaties. Er zal dus, gezien de wettelijke verplichting een clientenraad in te stellen beter over nagedacht moeten worden wat de toegevoegde waarde van ene dergelijke adviesommissie is.

Wanneer een meer open maatschappelijke discussie was gevoerd hadden wij ingestoken op andere uitgangspunten. In deze discussie had wellicht voor een ander model kunnen worden gekozen, bijvoorbeeld het Haarlemse model, waarbij er een Platform minima-organisaties bestaat dat periodiek vergadert in het openbaar en dat uit haar midden een (tamelijk kleine) beleidsadviescommissie kiest, die overlegt met de sociale dienst en die dit terugkoppelt naar het Platform en daar verantwoording aflegt.

Wij hopen u in het bovenstaande enig inzicht te hebben gegeven in de motieven voor onze beslissing, waarbij dient te worden opgemerkt dat ene kleine minderheid van de aanwezigen op de vergadering het met bovenstaande analyse niet eens is.

Hoogachtend,

Namens de Vereniging Bijstandsbond Amsterdam,

Piet van der Lende

Cc

Wethouder van Werk en Inkomen

Amstel 1, 1011 PN Amsterdam

Gemeenteraad van Amsterdam

P/a Raadsgriffie

Postbus 202,1000 AE Amsterdam