Operatie Zoeklicht

Ook verschenen in het maandblad uitkeringsgerechtigden MUG van april 1997.

Operatie Zoeklicht

Een mevrouw, hoofd van een eenoudergezin uit Amsterdam-Noord kwam op het spreekuur van de Bijstandsbond met de mededeling dat haar uitkering was stopgezet. Er stonden een tijdje geleden twee sociale rechercheurs voor de deur die binnen wilden komen omdat ze een tip hadden gehad dat er sprake zou zijn van ‘samenlevingsfraude’. De desbetreffende mevrouw zei: ‘U komt er niet in. Wilt u in de kasten kijken en tandenborstels tellen, bijvoorbeeld? U komt er niet in.’

De sociale rechercheurs vertrokken weer met de mededeling dat wanneer ze geen huisbezoek mochten afleggen, de uitkering van de cliënt zou worden stopgezet. Dit was inderdaad gebeurd. Formeel hoef je de sociale rechercheurs, die politieambtenaar zijn met opsporingsbevoegdheid, niet binnen te laten zonder huiszoekingsbevel of last tot binnentreden. Je hebt bij een verhoor ook zwijgrecht. Een en ander kan echter tot gevolg hebben dat je uitkering wordt stopgezet, omdat de sociale dienst ervan uitgaat dat ze onvoldoende informatie heeft om te kunnen bepalen of de uitkering wel of niet terecht wordt verstrekt. De sociale dienst hanteert officieel allerlei ingewikkelde redeneringen om de verhouding tussen ‘zwijgrecht’ en ‘informatieplicht’ te bepalen, maar dit heeft niet veel betekenis. In de praktijk werkt de sociale recherche bij huisbezoeken dan ook nooit met huiszoekingsbevelen, worden ze meestal wel binnengelaten en geven de cliënten antwoord op de gestelde vragen.

Een medewerker van de Bijstandsbond vroeg een gesprek aan met het rayonkantoor Noord waarbij naar voren kwam dat men ernaar streeft dat onverwachte huisbezoeken van de sociale recherche ‘normaal’ worden in het leven van bijstandsgerechtigden. Het wordt gewoon iets wat erbij hoort en wat vaker zal gebeuren. Men wil op die wijze de woonsituatie controleren en de cliënt zal moeten aantonen dat hij/zij de uitkering terecht ontvangt. Naar aanleiding van recente onderzoeken van de sociale recherche waren in Amsterdam-Noord verschillende uitkeringen stopgezet.

Zoals altijd gebeurt met onderzoeken van de sociale recherche naar ‘samenlevingsfraude’ moest er uitgebreid gegraven worden in het privéleven van de betrokkene om vast te stellen of er sprake was van ‘fraude’. Had ze een relatie met een man, en zo ja met wie? Waar woont die? Is het de vader van de kinderen? Wat is zijn inkomen? Komt hij vaak bij de cliënt over de vloer? Zijn er gemeenschappelijke girorekeningen of hebben ze gezamenlijk verzekeringen, heeft de mevrouw -indien er kinderen zijn van een andere man- nog relaties met andere mannen, wat doet de cliënt om aan werk te komen en nog vele andere vragen waarop de sociale recherche een antwoord wil hebben. Indien de ex-echtgenoot een eigen adres heeft, kan een buurtonderzoek plaatsvinden waarbij aan de buren gevraagd wordt hoe vaak de man op dat adres verblijft, enzovoorts.

Een advocaat adviseerde de cliënt toch de sociale recherche binnen te laten. De verschillende gesprekken met de sociale dienst hebben ertoe geleid dat de uitkering van de cliënt weer betaalbaar werd gesteld, omdat ‘samenlevingsfraude’ niet viel vast te stellen.

De tip over samenlevingsfraude van deze mevrouw zou afkomstig zijn uit een voorloper van het project Zoeklicht dat in Amsterdam Noord werd uitgevoerd. Dit is een project, waarbij verschillende opsporingsdiensten, zoals de sociale recherche, samenwerken met woningbouwverenigingen, de stedelijke woningdienst en de stadsdelen om illegale onderhuur, samenlevingsfraude, ‘illegalen’ en andere wat men noemt ‘onregelmatigheden’ op te sporen. De gegevens van de verschillende diensten worden uitgewisseld en er worden combiteams samengesteld met vertegenwoordigers van de verschillende diensten. In vier stadsdelen is er nu zo’n project geweest. Daarbij houdt men in de eerste plaats een a-selecte steekproef. Willekeurige bewoners krijgen een brief in de bus dat ze nergens van verdacht worden, maar dat een combiteam van rechercheurs en buitendienstambtenaren op een niet nader genoemd tijdstip op bezoek komt om administratieve gegevens te vergelijken met de feitelijke situatie en om daarover vragen te stellen. Daarnaast gaat men langs bij adressen waarbij men van tevoren vermoedt dat er ‘onregelmatigheden’ zijn. Enige tijd later volgen maatregelen, zoals het stopzetten van de uitkering. Dat gebeurde ook bij bovengenoemde mevrouw. Er is nogal wat aan te merken op het project ‘Zoeklicht’. Wij willen graag dat mensen die ervaringen hebben met dit project contact met ons opnemen, zodat we kunnen volgen wat er gebeurt.

Piet van der Lende