Niet opgevraagde pensioenen

Ook verschenen in het maandblad uitkeringsgerechtigden van mei 1997.

Niet opgevraagde pensioenen

Af en toe komen op het spreekuur van de Bijstandsbond migranten die in de zeventiger jaren naar Nederland zijn gekomen en na een werkzaam leven de leeftijd van 65 jaar naderen. Zij vragen zich dan af in hoeverre zij recht hebben op AOW (Algemene Ouderdoms Wet) en in welke mate pensioenrechten zijn opgebouwd. Sommigen willen deze pensioenrechten graag gebruiken om terug te keren naar het land van herkomst, teneinde de oude dag daar door te brengen.

Dat is niet altijd eenvoudig realiseerbaar. Aangezien de AOW een volksverzekering is, betekent dit dat iedereen die hier ten lande legaal verblijft, voor deze wet verzekerd is. Men bouwt AOW-rechten op vanaf het 18de tot het 65ste levensjaar in een tempo van ongeveer 2 procent per jaar. Iemand, die dertig jaar in Nederland verblijft, heeft dus recht op ongeveer 60 procent AOW.

Omdat migranten vaak op latere leeftijd naar Nederland zijn gekomen, hebben ze minder AOW-rechten en krijgen ze op hun 65ste aanvullende bijstand om niet beneden het minimum te kelderen. Naast de AOW kunnen echter pensioenrechten zijn opgebouwd gedurende de periode dat men betaald werk had. Dit is echter lang niet altijd het geval.

Juist de migranten die in de zeventiger jaren naar Nederland kwamen, waren als ongeschoolden vaak werkzaam in sectoren en in functies, waar slechte arbeidsvoorwaarden heersten. Men moet dan noodgedwongen een beroep doen op de bijstand, om voor aanvulling te zorgen. Dit geldt tevens voor migranten die bijvoorbeeld op hun 55ste in de WAO terechtkwamen. Ook zij moeten op hun 65ste een beroep doen op de bijstand. Helaas is de bijstand niet exportabel, zodat de migranten dit deel van hun uitkering niet mee kunnen nemen naar het land van herkomst. De AOW is wel exportabel.

Een extra complicatie is dat sommige migranten bij meerdere werkgevers hebben gewerkt, soms vele jaren geleden, waarbij in de loop der jaren bewijzen van betaalde pensioenpremies of polissen zijn kwijtgeraakt. Dit leidt ertoe dat een niet onaanzienlijke groep die recht heeft op een pensioen, dit niet opeist. Een groep pensioenfondsen heeft hiervoor een meldpunt niet-opgevraagde-pensioenen opgericht. Zij hebben een databank met ongeveer 40.000 namen van mensen die hun pensioen niet hebben opgevraagd.

Het gaat daarbij vaak wel om kleine bedragen. Maar niet alle van de vele honderden pensioenfondsen doen mee aan dit meldpunt, zodat het vaak zal gebeuren dat een naam niet in het bestand te vinden is. U kan echter wel verder geholpen worden als u bijvoorbeeld de bedrijfstakken opgeeft waar u gewerkt heeft. Men geeft u dan het adres van het pensioenfonds in die bedrijfstak. Het telefoonnummer van het meldpunt is: 020-607.4777 (liever geen brieven schrijven).

Ook de maatschappijen die levensverzekeringen hebben afgesloten, hebben zo’n meldpunt opgericht. Er is soms namelijk sprake van de afsluiting van een lijfrente. Het telefoonnummer van dit meldpunt is: 070-333.8510.

Piet van der Lende