Kredietcrisis I

Hoe lang is de kredietcrisis aan de gang? Wanneer is het begonnen? Wanneer dreigden de eerste banken en andere financiele instellingen om te vallen en gingen de beurskoersen sterk dalen? De voortekenen waren er al meer dan een jaar geleden, maar tot ongeveer twee maanden geleden bleven de economen zeggen, dat ze hoopten op een spoedig herstel, ze hoopten dat de kredietcrisis niet zou overslaan op de reeele economie. In bijna twee maanden tijd is die hoop de bodem ingeslagen. Het gaat nu hard naar beneden. Nu, ruim twee maanden nadat de paniek toesloeg is de crisis al in het straatbeeld merkbaar. De abri’s op de tramhaltes, waar om de zoveel tijd nieuwe reclameaffiches in gehangen worden, beginnen lege plekken te vertonen. Bij de tramhalte voor mijn deur hangt nog maar 1 affiche, terwijl er plaats is voor 2. Vorige week was ik in Ede op het NS-station. ‘De stationsrestauratie wordt per 5 december gesloten’. Ik vroeg de vrouw achter de balie waarom dat was. ‘De consumenten willen op het station niet meer in een restaurant zitten, ze hebben altijd haast en ze denken dat ze bij ons lang op een kopje koffie moeten wachten, daarom komen de consumenten niet meer’. Maar ze mompelde ook iets over de hoge huur die voor het huren van de ruimte betaald moet worden. ‘Meneer, binnen drie jaar worden in Nederland alle stationsrestauraties gesloten’. Naomi Klein heeft in haar boek ‘de Shock-doctrine’ uitgelegd, dat de (economische) machthebbers dergelijke crisisperioden gebruikt hebben om impopulaire maatregelen in hun eigen belang door te drukken, zoals privatiseringen (lees: uitverkoop) van de publieke sector, sterke belastingverlagingen voor grote bedrijven en de rijken, drastische bezuinigingen op de lonen, uitkeringen en arbeidsvoorwaarden. Mensen zijn in tijden van economische of politieke crises verward, geshockt, en voor ze het weten zijn de maatregelen doorgevoerd. In de huidige situatie faalt die strategie. De huidige crisis toont het failliet van de vrije markteconomie aan, ondernemers zijn gedwongen om hulp van de staat te vragen. Ze hebben veel krediet verspeeld. Niet alleen in geld uitgedrukt, maar ook qua vertrouwen in het liberale economische vrije markt model dat ze voorstaan.