Debat over migratie en de houdbaarheid van het sociale paradijs. Debat in De Balie

In januari 2004 verscheen het boek ‘Grenzeloze Solidariteit’ onder redactie van Han Entzinger en Jelle van der Meer. Uitgeverij De Balie. Het boek is ook op internet te vinden. Het boek bevat een serie artikelen van sociale wetenschappers over de samenhang tussen migratie en sociale zekerheid c.q. de houdbaarheid van de verzorgingsstaat. Naar aanleiding van het verschijnen van het boek werd in het weekend van 10 en 11 januari 2004 een serie debatten en lezingen in De Balie georganiseerd.De debatten werden in de media daarna op grote schaal voortgezet. Een beschouwing daarover.

Slotdebat in De Balie 11 januari 2004 naar aanleiding van het weekend ‘Grenzeloze solidariteit’, over migratie en de houdbaarheid van het sociale paradijs.

Het debat wordt gehouden om 16.30 uur onder de titel van eigen zwakken eerst? Met Kitty Roozemond, vice voorzitster van de FNV, Klaas de Vries, Tweede Kamerlid voor de PvdA, Koos Richelle, directeur-generaal van de Europese Commissie voor internationale samenwerking en ontwikkeling waarin hij het ontwikkelingsbeleid naar 78 ontwikkelingslanden vanuit Europa vorm tracht te geven, Jan Willem van den Braak beleidsmedewerker VNO/NCW. Gespreksleider is Elles de Bruin, medewerkster van de VPRO en TV West. Opmerking notulist: de discussie was moeilijk te notuleren, omdat bijvoorbeeld Klaas de Vries weliswaar enerzijds de probleemstelling bekritiseerde en kritiek formuleerde op de argumenten maar dat hij anderzijds juist aansluiting zocht bij de concrete voorstellen voor tweede rangs burgerschap, dat hij overigens niet zo noemde, van de samenstellers van de boeken en de organisatoren van de discussie. Kitty Roozemond gebruikte soms cryptische formuleringen die niet helemaal duidelijk waren en kwam in moeilijkheden, toen een groep libertairen, waarschijnlijk van de JOVD, aan het eind van de discussie kritische vragen stelde en fel intervenieerde voor een vrije markt op alle gebieden. Het was moeilijk, heldere standpunten uit de verhalen te destilleren en in de notulen op te nemen.

De voorzitter herformuleert weer eens de bekende probleemstelling. Migratie en verzorgingsstaat.

Koos Richel noemt wat cijfers, maar het zijn gedateerde cijfers en hij staat er niet voor in dat ze kloppen want onze kennis op dit gebied en de processen zelf veranderen snel. Er zijn nu op de aarde 175 miljoen mensen die in een ander land wonen dan waar ze geboren zijn, dus waar ze een paspoort van een ander land hebben. Dat is 2% van de wereldbevolking. In 2000 waren er 680.000 van dergelijke migranten binnengekomen in de 15 lidstaten van de EU. Totaal verblijven er in die staten 13 miljoen migranten die aan het bovengenoemde criterium voldoen. Hij constateert dat de migratie op zichzelf maar een klein rolletje speelt als het om de verzorgingsstaat gaat. Deze verzorgingsstaat had vanuit zichzelf trekken die niet goed waren. De houdbaarheid of onhoudbaarheid komt dan ook voort uit de verzorgingsstaat zelf en niet uit migratie. Die twee dingen moet je scheiden. Hij merkt verder op dat de lidstaten eerst niet wilden samenwerken op het gebied van migratie. Nu zie je de ene gezamenlijke regulering na de andere. Tempere? Je ziet dat men gezamenlijk de buitengrenzen van de EG gaat bewaken en samenwerkt op het gebied van de vreemdelingenpolitie, etc. etc. Dit wordt allemaal gedaan om het fort Europa af te sluiten. Maar hij denkt dat dit huidige beleid niet meer haalbaar is.

Klaas de Vries zegt dat we rijker zijn dan ooit, in die zin is er geen directe relatie tussen migratie wel of niet en de verzorgingsstaat. Is het eigenlijk wel zo, dat de migratie sterk toeneemt? Het gaat niet om de verzorgingsstaat maar toch zul je altijd regulering van de instroom nodig hebben om te zorgen dat we datgene in stand kunnen houden dat we hebben opgebouwd.

Kitty Roozemond merkt op dat de situatie in de Verenigde Staten anders is, maar we moeten wel gaan kijken wie krijgt er wel en wie krijgt er geen rechten en we moeten beter kijken naar de rechten van migranten en het systeem doorlaatbaar maken. Zij merkt op dat progressieven hechten aan goede voorzieningen maar ook aan een vrij verkeer van werknemers. Daarom zullen we er ook over moeten nadenken om de geografische grenzen te vervangen door rechtengrenzen. Ze merkt verder op dat veel migranten graag terug willen, maar door de steeds verdere inperking van de exporteerbaarheid van uitkeringen met gouden kettingen aan Nederland vastgebonden zitten. Na enig heen en weer gepraat worden het blikken kettingen. Ze zegt over het pleidooi voor ongelijkheid (eerste en tweede rangs burgers) dat we het moeten zoeken in de vorm, niet in de materiële rechten want dan ben je bezig een goedkoop arbeids-systeem te organiseren en dan komen ook de arbeidsverhoudingen waar CAO’s gelden onder druk te staan c.q. gooi je je hele systeem van redelijke beloning tegen redelijke arbeid weg.

VNO vertegenwoordiger Jan Willem van den Braak is het met Klaas de Vries eens, dat de verzorgingsstaat en de houdbaarheid daarvan enerzijds en de migratie anderzijds niet veel met elkaar te maken hebben. De probleemstelling spreekt hem niet aan, het is veel te zwaar aangezet. Als er over de Verenigde Staten wordt gepraat wordt gedaan of wij iets hebben wat zij niet hebben, een soort magisch systeem, met een magische term, de verzorgingsstaat en dat die in gevaar is. Dat is complete waanzin. We hebben allang de verzorgingsstaat niet meer van de jaren ’60. We zijn allang bezig, eigenlijk al tijdens de kabinetten Lubbers, om de verzorgingsstaat af te takelen of beter gezegd te moderniseren en meer ruimte te geven aan verschillen.

Richelle merkt op dat als je wilt praten over het reguleren van migratiestromen, dan moet je praten over het beleid op langere termijn. Je moet een beleid definiëren over vele jaren. Maar de politieke partijen leven bij de waan van de dag, bij de verkiezingspolls en kijken alvast weer naar de verkiezingen binnenkort. Politieke partijen zijn niet geïnteresseerd in lange termijn denken.

Klaas de Vries plaatst daar kanttekeningen bij. Hij is positief over de gedachte die aan het boek en de probleemstelling ten grondslag liggen vanuit de gedachte: kun je op een andere manier met migratie omgaan en nadenken over mogelijkheden voor de mensen die veel moeite hebben om binnen te komen. Migratiestromen zijn wel degelijk met allerlei regelingen te reguleren. In het verleden was het zo dat van de asylzoekers 95% hier kwam uit economische motieven en dat maar 5% daadwerkelijk asylzoeker was. We hebben toen maatregelen genomen en daarna bleek dat die percentages gunstiger werden omdat de mensen die uit economische motieven kwamen minder kwamen. Het is heel goed mogelijk om op een andere manier met migratie om te gaan en dat doen we ook. Meneer Richelle zegt echter dat er in de politiek over die andere uitgangspunten op langere termijn niet gepraat wordt. Toen Fortuin nog leefde stond het onderwerp migratie op de agenda. Men praatte er toen over en de dingen die Fortuin aan de orde stelde waren onderwerp. Maar hij is er niet meer en de politiek heeft het verschijnsel Fortuin net als ambtenaren dat doen geclassificeerd, men heeft er een rapportje over geschreven en het is in de bureaula verdwenen en men ging voort op de oude weg. Er moet weer over gepraat worden, met als onderliggend probleem hoe leef je met elkaar.

Kitty Roozemond beaamt de stelling van meneer Richelle, er wordt nu wel over gepraat in De Balie, maar voor de rest niet.

Klaas de Vries maakt nog wat opmerkingen over de voorstellen van de organisatoren van de debatten en de voorstellen die in de boeken worden gedaan. Hij zegt dat het probleem integratie bediscussieerd moet worden, dat moet het uitgangspunt zijn, en niet de samenhang migratie versus houdbaarheid van de verzorgingsstaat. Als je dan van het integratiedebat uitgaat kun je zeggen dat er wel iets zit in het getrapte burgerschap.

Naar aanleiding van de kritiek van de forumleden op de samenhang tussen migratie en verzorgingsstaat en de probleemstelling daarbij krijgt professor Entzinger de gelegenheid de motieven en argumenten van de samenstellers van de boeken nog eens uit te leggen.