Gesprek van Anke en Piet met Jo Kempen van Arbeidsvoorziening Noord-Holland Zuid in Orlyplaza

Donderdag 13-08-1998.
Na een introductie van het sociaal-juridische spreekuur van de Bijstandsbond, het samenwerkingsverband Amsterdam tegen verarming en het belang van informatie over het projekt in zuid-oost voor ons advieswerk legt de heer kempen uit hoe het projekt in elkaar steekt. Aanleiding is het bezoek aan Amerika op initiatief van Bomhoff. De vier directeuren van Arbvo, NV werk, Maatwerk en de GSD, de heren Bugter, Verhey, Van Lijnschoten en Elswijk hebben daarop besloten een projektgroep te vragen enkel elementen uit het Wisconsinmodel uit te werken voor een pilotprojekt in amsterdam. Daarvoor is de projektgroep enige tijd geleden de hei opgegaan. Dit heeft geresulteerd in een werkplan. Dat krijgen we niet. Want het is in de woorden van Kempen een concept, dat nog niet is afgetikt. De projektgroep heeft de vier direkteuren verschillende vragen voorgelegd, waar ze niet goed uitkwamen, en waarvan ze zeiden: gaan jullie daarvan maar zeggen hoe het moet. De vier direkteuren gaan over veertien dagen bij elkaar komen om een en ander te bespreken. In die vergadering zal de heer kempen (is die daar dan ook bij aanwezig??) de direkteuren het vraagstuk voorleggen, wanneer wij het Werkplan krijgen. (Die bijeenkomst moet de ‘nacht van Schiller’ zijn geweest PvdL)
De heer kempen legt uit, wat het cwi-projekt in Amsterdam west inhield. Dit is eigenlijk alleen een gezamenlijke intake balie, waarna een ieder verder z’n eigen werkzaamheden doet. Men heeft bij arbeidsvoorziening ervaren (de heer kempen heeft zich oa met het melkert-conducteursprojekt beziggehouden) dat sommige mensen naast hun werkloosheid soms schulden hebben. Dit verergert de kansloosheid, want werkgevers hebben er een broertje aan dood om iemand in dienst te nemen, waarbij meteen beslag wordt gelegd op het loon, vooral omdat zowel werkgever als werkzoekende konstateren, dat het financieel niets opschiet. Naar aanleiding van de eigen  ervaringen en het projekt in wisconsin wil men nu verder gaan. Er komt een projekt in zuid-oost voor voorzover de heer Kempen nu bekend is voor 1000 fase vier cliënten, waarbij alle hulpverlening, arbeidsbemiddeling, maatschappelijk werk en kinderopvang in een projekt wordt gerealiseerd. De voer organisaties brengen ieder hun deskundigheid, financiën, en werkzaamheden in. Dus ook de uitkeringen worden via de nieuwe BV verstrekt. De heer Kempen zegt hetzelfde als Ben Bugter daarover, nl dat als iemand een fiets of een sollicitatiepak wil, dit snel geregeld moet kunnen worden. Daarnaast worden van bestaande organisaties op het gebied van maatschappelijk werk en schuldhulpverlening en kinderopvang diensten ingekocht. Het is niet de bedoeling, dat naast de al bestaande organisaties nog weer een nieuwe organisatie in dat opzicht in het leven wordt geroepen. Het projekt moet duidelijk ‘geimplanteerd’ worden in de bestaande Amsterdamse situatie. Het is de bedoeling, dat een cliënt een gesprekspersoon van de BV krijgt, waarmee hij/zij alles moet regelen. Wel blijven de gewone beroepsprocedures van de Bijstandswet van kracht. Dus als iemand het niet eens is met de beslissing van de BV kun je gewoon bij B en W in beroep gaan. Voor de selectie van de 1000 cliënten is nog niets bekend. Het gaat niet om een bepaald gedeelte van een bepaald rayon van de sociale dienst. Mensen van bv zestig die bijstand ontvangen vallen er niet onder. Wij vragen of arbeidsongeschikten of gedeeltelijk arbeidsongeschikten hier ook onder vallen die in de bijstand zitten en gekeurd zijn door de GG en GD of de ??? De heer kemepn is hier geen voorstander van. Deze mensen zouden kunnen vallen onder de wet RIA (Reintegratie Arbeidsongeschikten) waarover Arbvo afspraken heeft gemaakt met de gemeente, en die mensen zouden via zo’n trajekt weer aan werk moeten worden geholpen, en niet via het projekt in zuid-oost. Anke zegt, dat ze gisteren in de vergadering van de cliëntenraad gehoord heeft, van de heer Denijs, dat het niet om 1000 clienten gaat maar om 250. De heer Kempen is hier niets van bekend. Hij veronderstelt, dat er wellicht zal worden besloten het experiment in stukjes te knippen: eerst eens 250, en dan weer verder zien, enzovoort.
De heer kempen verklaart nadrukkelijk, dat het slechts in sommige gevallen voorkomt, maar we weten ook wel, dat nu de praktijk is, dat bijvoorbeeld Arbvo een melding stuurt naar de sociale dienst, en dat ze het daar dan druk hebben, en er een tijdje geen aandacht aan besteden, en als het dan ter sprake komt, dan zegt de cliënt: het arbeidsbureau heeft niets gedaan. Dat behoort met dit projekt tot het verleden.

De heer Kempen legt uit, hoe de Arbvo met de gemeente samenwerkt. Gelden die eerst aan Arbvo werden toegewezen worden nu gedeeltelijk aan de gemeenten toegewezen, die dan vrij zijn om ergens inkopen te doen. De gemeente heeft van het rijk in dit verband voor 1998 19 miljoen gekregen. 12 miljoen daarvan is vastgelegd in een kontrakt tussen Arbvo en de gemeente, dus daarmee kan de sociale dienst scholing, arbeidsbemiddeling e.d. van het Arbeidsburo inkopen/gebruiken. Blijft over zeven miljoen. 1 miljoen daarvan wordt gebruikt voor het projekt Keerpunt. Blijft over zes miljoen die gebruikt kan worden voor het projekt in zuid-oost. Daarnaast zeggen de vier direkteuren: er is sowieso geld voor schuldsanering en kinderopvang, een deel van dat geld kan gebruikt worden voor de desbetreffende aktiviteiten in het kader van het projekt. Daarnaast investeren bv Verhey en Bugter in acquisitie van Melkertbanen en banenpoolplaatsen, begeleiden mensen e.d en een deel van dat geld kan voor die aktiviteiten ook ingezet worden in het projekt. Dit is de zogenaamde kleine geldstroom. Daarnaast is er de grote geldstroom van de uitkeringen. Het projekt krijgt bv drie jaar uitkeringsgeld van een werkloze, en als ze de desbetreffende persoon binnen drie jaar aan werk helpen, bespaart de overheid geld. Maar, zeggen wij, dan moet het wel zo zijn dat het totale aantal uitkeringsgerechtigden ook daadwerkelijk terugloopt, dwz dat niet anderen in de plaats van de aan het werk geholpenen werkloos worden. Exact, zegt de heer Kempen, en daarover is ook overleg met het ministerie, waar men ervan overtuigd moet worden dat er daadwerkelijke besparingen plaatsvinden. Het miniserie zegt eigenlijk: dat geld strijken we mooi op, en dan kunnen we het financieringstekort terugbrengen, en de vier direkteuren zeggen: investeer nou een gedeelte of geheel van dat geld aan de begeleiding van de fase vier cliënten naar de arbeidsmarkt. De BV gaat winst maken, maar zegt de heer Kempen dit geld moet wel weer ten goede komen aan de verdere begeleiding van nieuwe cliënten. Overigens zijn prestatiebeloningen en incentives voor medewerkers die goed scoren geen punt. Dat gebeurt bij arbeidsvoorziening nu ook al. Overigens maakt hij bezwaar tegen de one-liner, dat mensen die eigenlijk komen voor schuldsanering, na een gesprek van drie uur worden weggestuurd met de opdracht, dat men maar een oproepbaantje aanneemt. Voor veel mensen is een langzame, stapsgewijze aanpak nodig, waar de Melkertbanen en zo ook bij horen, een instrument wat ze in Amerika niet hebben. Hoe past het vrijwilligerswerk in het geheel? De heer Kempen is er geen voorstander van, dat het vrijwilligerswerk waarbij wordt gezegd: nou, dat is het enige wat er voor die persoon inzit, er is geen kans op betaald werk, laat hem dat maar doen, dat dat onder het projekt gaat vallen. Blijkbaar is daar nog niet over gesproken. Het projekt in zuid-oost in dat verband, waar wij twee jaar geleden geweest zijn, is hem niet bekend. Wel denkt hij, dat bv vrijwilligerswerk, dat een onderdeel is van de fasegewijze stappen richting arbeidsmarkt deel uitmaken van het geheel. Dat moet altijd voorop staan. Want werkzoekenden hebben rechten, maar ze hebben ook plichten. Enerzijds hangt de selectie van eventuele fase vier cliënten en de mogelijkheden van de mensen samen met hun persoonlijke omstandigheden, en of ze sowieso wel kunnen werken. Maar anderzijds hangt het ook samen met de situatie op de arbeidsmarkt. Er zijn nu heel wat fase drie cliënten, die zo aan het werk komen. Werkgevers zijn meer bereid te investeren in mensen. Eisen die een jaar gelden volkomen normaal waren op de arbeidsmarkt worden nu niet meer gesteld.  
PvdL