Euromarsenvergadering over het plannen van acties

Euromarsen 02\05\1998

Voorgesteld wordt, op 2 mei een wat grotere bijeenkomst van misschien enkele honderden personen te houden. Dit in samenwerking met de stichting naar een Ander Europa. Leus zou kunnen zijn: ‘tegen deze euro, voor een Sociaal Europa!’

We vragen wel Groen links, de SP en uitkeringsgerechtigden groepen, mensen van de plaatselijke Euromarsen groepen, maar niet andere partijen, omdat we willen praten over de eigen strategiën om een beweging in Nederland op te bouwen, zoals in Duitsland en Frankrijk. De organisatie zou kunnen plaatsvinden door de Euromarsengroep en het platform.

Programma:

* een spreker uit Duitsland en een uit Frankrijk

* de video’s van de akties in juni en de demo in Amsterdam vertonen

* debatten, die in overleg met het Platform moeten worden ingevuld

Ten tweede wortdt voorgesteld, vijf regionale bijeenkomsten te plannen met hooguit 20 personen in april en mei, waar de mogelijkheden voor het opbouwen van een beweging worden verkend.

Voor de bijeenkomsten zullen discussie stellingen worden gemaakt,m die door Lot zullen worden uitgewerkt.

1. Groningen, Friesland en Drente. Meppel en het PUF zullen worden benaderd.

2. Overijssel, Gelderland en Flevoland. In Zwolle? BUO Oldenzaal.

3. Utrecht, Noord-Holland. Piet regelt een plaats en een lijst met mensen.

4. Zeeland, Zuid holland Lot en Frans regelen het.

5. Brabant, Limburg Agnes en Wim zullen worden benaderd voor de organisatie.

Belangrijke clubs die we mee willen hebben uitnodigen en individuen. Ongeveer 15.

Eind maart/april. De bijeenkomsten moeten voor 2 mei rond zijn. Er moeten minimaal twee van ons aanwezig zijn.

Piet maakt een concept van een folder over de Euromarsen.

Suzan vraagt in Frankrijk naar de video’s

De voorgaande voorstellen zijn voorgelegd aan het platform naar een ander Europa. Reakties:

Er zou toch ook een duidelijke actie met een duidelijke leus moeten komen. De leus die de euromarsen bedacht hebben is niet goed zeggen Eric en Olivier. Tegen deze euro? Tegen iedere euro. Voor een Sociaal Europa? Dat is een term, die ook door de hotemetoten wordt gebruikt, dat ze dat willen, ze hebbend de term gekonfiskeerd, en het versluierd de werkelijke gang van zaken. ‘voor een Sociaal Europa’ is een propaganda truc, waar onze leuzen niet in passen. De euro is de bekroning van een Europees ontwikkelingsmodel, waar wij tegen zijn. Wij moeten tegen iedere vorm van muntunie zijn, anders krijg je onherroepelijk de discussie van: we moeten voldoen aan de convergentiecriteria, maar kan het niet wat minder, die discussie moet je niet voeren. We moeten duidelijker eurokritisch zijn. We moeten er niet naar streven, dat een sociaal beleid op europees nivo beslist wordt. Willen we eigenlijk wel een europese welvaartsstaat creeren? Voor ons soort ekonomie is regionalisering van de ekonomie noodzakelijk, met een eigen munt, en een grote zelfstandigheid van de regio’s die demokratisch georganiseerd moeten zijn. Dus de leus moet zijn: tegen de euro ipv deze euro. Wij moeten mensen in basisbewegingen organiseren, desnoods op Europees nivo, maar hoe ziet dat er dan uit? Er zal toch enige coördinatie plaats moeten vinden.

Bovendien, als er geen coördinatie tussen overigens zelfstandige regio’s plaatsvindt, zullen de achtergebleven regio’s nog verder achter blijven. Nee, een soort bureau op Europees nivo dat alleen wat administratieve dingen afhandelt zonder bevoegdheden is voldoende. Er werd nog gediskussieerd over de globalisering, die overal doorheen loopt, en de grootschalige stedelijke projekten niet op menselijke maat. Besloten werd, dat naast de dicussie thema’s die de Euromarsen inbrengen over het vraagstuk gediskussieerd zal worden: wat voor Europa willen we eigenlijk? Wat is basisdemokratie??

Het platform heeft een aktievergadering voor 2 mei bij de WBVA, 1/2 8.

Enkele stellingen:

* De akties van de Franse en Duitse werklozen bewijzen, dat belemmeringen als fragmentatie, verdeeldheid en gebrek aan informatie of ontmoetingsplekken en politieke ingangen doorbroken kunnen worden.

* In Nederland is de bestrijding van de tweedeling verzand in verlammende overlegstrukturen en oncontroleerbare lobby praktijken, van ambtenaren, sociale diensten, politici, Arbeidsburo’s en welzijnsinstellingen. Meedraaien in dergelijke overlegstructuren heeft alleen zin, als je een onafhankelijke vertegenwoordiger bent van een sterke sociale beweging.

* Konkrete akties gedragen door de sociale bewegingen kunnen de problemen blootleggen en de motor zijn voor veranderingen en voor de opbouw van een nationaal netwerk zullen net als in

Frankrijk kleine ontregelingsakties opgezet moeten worden in samenwerking met lokale organisaties waarbij in eerste instantie niet wordt gestreefd naar massaal verzet.

* Effectief tegenspel van uitkeringsgerechtigden kan alleen slagen, wanneer ze erin slagen (delen van) de grote vakbonden onder druk te zetten en aan te sluiten bij kritische vakbondsgroeperingen.

* Daarbij moet een beleid van buitenparlementaire categoriale belangenorganisaties ontwikkeld worden, waarbij niet wordt gestreefd naar een fusie van plaatselijke en/of landelijke organisaties, maar naar platforms van samenwerkingsverbanden met respect voor elkaars identiteit, zelfstandigheid en prioriteiten.