De chaos van de koopkrachtreparatie

Ook verschenen in het maandblad uitkeringsgerechtigden MUG van mei 1998.

De chaos van de koopkrachtreparatie

De afgelopen maanden kwamen er mensen op ons spreekuur met een IOAW, WW of WAO-uitkering, die hadden gemerkt dat zij er netto op achteruit waren gegaan. Over het feit, dat veel werkenden en uitkeringsgerechtigden er per 1 januari op achteruit gingen hebben ook veel berichten in de kranten gestaan. Met name ook de groep, die naast de werknemers-of volksverzekeringsuitkering een aanvullende bijstandsuitkering had, werd zwaar getroffen. Zo belde er iemand, die naast zijn gedeeltelijke IOAW uitkering een gedeeltelijke WAO-uitkering had. De WAO-uitkering ging per 1 januari naar beneden, maar de sociale dienst bleef de vroegere, hogere WAO-uitkering van december op zijn bijstandsuitkering korten, waardoor deze persoon in totaal 8,2% in netto-inkomen achteruit ging en dus ver beneden het sociale bijstandsminimum kelderde. Bellen naar de sociale dienst en brieven schrijven had in eerste instantie ( de eerste twee maanden) weinig effect. Een storm van protesten heeft ertoe geleid, dat het kabinet een extra koopkrachtreparatie doorvoerde. Voor bejaarden werden daarnaast zowel in de belastingsfeer als in de bijstand extra maatregelen voorgesteld. Belangrijkste voorstel is, niet de netto uitkeringen te verhogen, maar de belastingvrije som (dus het eerste bedrag waarover je geen belasting hoeft te betalen) met fl 415,- per jaar te verhogen. Effekt zou moeten zijn, dat je minder belasting hoeft te betalen en dus netto meer overhoudt. Maar zo eenvoudig is het niet!. Veel migranten van 65 jaar en ouder hebben een gekorte AOW met een aanvullende bijstandsuitkering, omdat ze niet vanaf hun achttiende in Nederland verbleven. Er kwam iemand op ons spreekuur met zo’n AOW-uitkering. Tot en met maart was z’n AOW-uitkering 1438,59 netto. Vervolgens kreeg hij een brief van de sociale verzekeringsbank, dat zijn netto AOW in april fl 1402,26 zou bedragen, en dat deze in mei weer verhoogd zou worden tot fl 1433,13. Het zou echter te ver voeren, allerlei konkrete situaties in dit stukje uit te leggen, en eerlijk gezegd begrijp ik ook niet alles. Daarom hier alleen enkele hoofdlijnen. Een van de bronnen van ellende (maar er schijnen meer te zijn) is de zogenaande overhevelingstoeslag.

In de goede oude tijd werden de premies voor de Algemene Wet Bijzonder Ziektekosten (AWBZ) en de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet (AAW) door de werkgever betaald. In het kader van bezuinigingen op de staatsuitgaven en lastenverlichting voor de werkgevers besloot men begin jaren negentig, dat deze premies voortaan door de werknemers en uitkeringsgerechtigden moesten worden betaald. Deze zouden er dan netto in inkomen op achteruit gaan. Daarom bedacht men de ‘overhevelingstoeslag’. Werkenden en sommige uitkeringsgerechtigden kregen deze toeslag als kompensatie voor het feit dat ze die AWBZ en AAW premies moesten betalen. Besloten werd verder, dat per 1 januari 1998 deze overhevelingstoeslag zou worden afgeschaft. In december 1997 garandeerde het kabinet iedereen koopkrachtbehoud of zelfs vooruitgang. Het besluit over de overhevelingstoeslag en de gevolgen per 1 januari 1998 was iedereen vergeten. Of wisten de politici het donders goed, en wilden ze eerst de concrete gevolgen en de reacties van de mensen afwachten? Hoe dit ook zij, het verdwijnen van de overhevelingstoeslag per 1 januari is een belangrijke reden voor de inkomensachteruitgang. En nu de koopkrachtreparatie. Met name voor mensen die inkomsten uit verschillende bronnen hebben heeft de verhoging van de belastingvrije som negatieve gevolgen op het gebied van de koopkracht. Dus mensen met bijstand naast AOW, of mensen met WAO naast IOAW, etc. Regel is in zulke situaties, dat op het hoogste inkomen uit een van beide (of meerdere) bronnen de belastingvrije som van toepassing is. Men wordt daar dan ingedeeld in bijvoorbeeld tariefgroep 2 of 3. Bij de andere inkomstenbron wordt men dan ingedeeld in de tariefgroep 0. (Geen belastingvrije som). Nu werd per 1 april de belastingvrije som verhoogd met fl 415,-. Probleem is nu, dat sommige mensen met twee of meer inkomstenbronnen een gedeelte van de belastingvrije som niet gebruiken. Laten we enkele willekeurige voorbeeldgetallen nemen. Stel de IOAW-uitkering is fl 1000,- bruto per jaar , en de WAO-uitkering is ook fl 1000,- per jaar. De belastingvrije som is fl 1200,- per jaar. Men heeft dan geen voordeel van de verhoging van de belastingvrije som per 1 april, want men gebruikt die niet volledig. In ons voorbeeld blijft fl 200,- ongebruikt. Oplossing kan zijn, dat men aan het eind van het jaar belasting terugvraagt via een T-biljet. Je zit dan wel een jaar of anderhalf jaar lang in feite beneden het voor jou geldende sociale minimum. Daarom werkt de sociale dienst momenteel nog aan een andere oplossing. Dit op basis van een circulaire van het Ministerie van Sociale Zaken waarin de gemeenten de bevoegdheid wordt gegeven, een tussenoplossing te zoeken door een tijdelijke aanvulling op de uitkering. Ook hier weer-in het kader van bezuinigingen-onnodig ingewikkelde regels. Want bij de tijdelijke aanvulling geldt een vermogenstoets, die overigens in de IOAW niet geldt. (De vermogenstoets houdt in, dat mensen met een hoeveelheid spaargeld boven een bepaald bedrag een voorziening niet krijgen, zoals nu de tijdelijke aanvulling). De afdeling BIOS is bezig, beleid uit te stippelen. Ik wens ze veel succes, want dit lijkt me niet eenvoudig. Overigens is het ook zo, dat de bijstandsuitkeringen per 1 januari als gevolg van alle perikelen te weinig werden verhoogd. Daarom worden ze per 1 april weer verhoogd. En dus per 1 juli weer de halfjaarlijkse koppeling. Voor mensen boven de 65, die extra inkomesnondersteunde maatrelen krijgen ( de bijstand wordt voor deze mensen extra verhoogd, tov van de andere bijstandsnormen) volgt per 1 mei ook een verhoging. Als we door de bomen het bos niet meer zien, dan kunnen we toch vasthouden aan de volgende stelling: Er zijn heel wat mensen, die na de reparatie in april geen volledige kompensatie krijgen voor de koopkrachtachteruitgang per 1 januari. En er zijn heel wat mensen, die wel wat meer krijgen, maar minder dan volgens de kompensatie voor de gestegen prijzen had gemoeten.

Piet van der Lende