Kunstenaars gedwongen tot trajectbegeleiding en solliciteren naar ongeschoold werk

Dit artikel verscheen ook in het maartnummer van het maandblad uitkeringsgerechtigden MUG. 1996.

Regeling voor kunstenaars

De afgelopen tijd kwamen enkele kunstenaars op het spreekuur van de Bijstandsbond, die door de sociale dienst onder druk werden gezet te solliciteren naar (ongeschoold) werk of die mee moesten doen aan de intensieve trajectbegeleiding. Tegen een van de kunstenaars werd gezegd: ‘De bijstand is maar een noodoplossing, u moet alles doen om uit de uitkering te komen. Daarom moet u meer moeite doen betaald werk te vinden.’ Tot nu toe bestond voor veel kunstenaars een gedoogbeleid. Bij de nieuwe benadering van kunstenaars wordt onterecht vooruitgelopen op de nieuwe regeling voor kunstenaars, die in 1997 wordt ingevoerd.

Verder blijken er bij de sociale dienst ten aanzien van kunstenaars misverstanden te bestaan over de uitvoering van de zogenaamde bescheiden-schaalregeling. Deze regeling houdt in, dat mensen in de bijstand op bescheiden schaal als zelfstandige werkzaam mogen zijn. Daarbij worden op jaarbasis de inkomsten en uitgaven met elkaar verrekend. Wanneer er een positief saldo is, wordt dit verrekend met de uitkering. Kunstenaars bevelen we aan, hierover afspraken te maken met de sociale dienst. Om voor de betreffende regeling in aanmerking te komen moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

– maximale arbeidsduur is in Amsterdam 23,5 uur per week. Elders is het 20 uur;

– de inkomsten uit zelfstandige arbeid mogen niet hoger zijn dan fl 12.000,-. Een uitzondering is hierbij Rotterdam, waar de inkomsten fl 14.000,- mogen zijn;

– de betrokkene moet beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt en indien nodig op korte termijn de werkzaamheden kunnen beëindigen voor scholing of werk in loondienst;

– er mag geen concurrentievervalsing optreden door extreem lage prijzen te vragen voor je werk.

Wat zijn nu de moeilijkheden met de uitvoering van deze regeling? Sommige ambtenaren blijken niet van op de hoogte te zijn van de regeling. Zo worden cliënten die onder deze regeling vallen soms toch maandelijks met een bepaald bedrag gekort. Het argument hiervoor is, dat het inkomsten zijn en dat de sociale dienst ook recht heeft op een gedeelte van de BTW die kunstenaars in rekening brengen. Dit laatste is onjuist. Bovendien hoort niet maandelijks een bedrag te worden ingehouden, omdat er eerst gekeken moet worden of er op jaarbasis werkelijk winst is. De betrokkene heeft immers ook kosten; veel kunstenaars hebben tegenover de hoge kosten weinig inkomsten staan. Naar onze mening mag de sociale dienst ook niet de inkomstenbelasting terugvorderen, die de betrokkene terugkrijgt vanwege hoge kosten, als er geen duidelijke sprake van winst op jaarbasis is.

Wil iemand voor de bescheiden-schaalregeling in aanmerking komen (de regeling geldt niet alleen voor kunstenaars), dan kun je dat het beste schriftelijk aanvragen. De sociale dienst moet dan schriftelijk reageren.

Tenslotte nog dit: als je van deze regeling gebruikmaakt, mag je niet ingeschreven staan bij de Kamer van Koophandel als kleine zelfstandige. Ook mag je bij de inkomstenbelasting geen zelfstandigenaftrek opvoeren.

Piet van der Lende