De sluipende erosie van de rechtsstaat

S O L I D A R I T E I T commentaar 167, 13 maart 2011
————————————————————–

Piet van der Lende

Het beleid van het kabinet Rutte staat volop in de
belangstelling. Hoewel van een gecoördineerd massaal protest
nog geen sprake is, komen allerlei afzonderlijke
belangengroepen toch – meer of minder – in actie tegen dit
vreselijkste kabinet van de afgelopen decennia.

Wat vooral benadrukt wordt, zijn de veelsoortige bezuinigingen
en hun maatschappelijke gevolgen. Wat echter enigszins
onderbelicht blijft, is de sluipende erosie van de rechtsstaat en
de ontwikkeling naar een autoritaire staat. De laatste is niet
begonnen met dit kabinet, maar al ingezet onder zijn
voorgangers, met steun van onder anderen bestuurders van de
PvdA.
Het gaat bij de burgerlijke rechtsstaat om de principes, zoals
die na de Franse revolutie in een lang ontwikkelingsproces tot
stand zijn gekomen en die in de grondwet liggen verankerd.
Enkele voorbeelden: het recht op huisvrede, het verbod op
dwangarbeid, het recht op privacy en autonomie en de
onschendbaarheid van lichaam en geest van het individu, het
verbod op discriminatie, de toegang tot procedures van de
rechtsstaat, geen opsluiting zonder het bewijs van een
gepleegde misdaad. Meerdere maatregelen van vorige
regeringen zijn in strijd zijn met bovengenoemde principes.
Hier twee voorbeelden.

Huisbezoeken en dwangarbeid

Achmed Aboutaleb heeft als wethouder in Amsterdam de
huisbezoeken voor bijstandsgerechtigden ingevoerd. Daarbij
gold de plicht een onaangekondigd huisbezoek (twee
controleurs van de sociale dienst) te aanvaarden op straffe van
stopzetting van de uitkering. De toetsing van een rechter-
commissaris ontbrak daarbij. Zo’n maatregel is in de ogen van
vele juristen in strijd met het recht op privacy en het recht op
huisvrede. Niet alleen bijstandsgerechtigden worden hierdoor
getroffen, ook mensen met een andere uitkering en soms de
bewoners van hele straten.
Een latere poging van staatssecretaris Aboutaleb om de
aanvaarding van onverwachte huisbezoeken en huiszoekingen
bij wet te regelen en zo verplicht te stellen, stuitte op een
vernietigend oordeel van de Raad van State. Terwijl dit
controversiële wetsvoorstel al drie jaar op behandeling ligt te
wachten, begon in Amsterdam de invoering van deze
huisbezoeken al in 2005. Deze ontwikkeling leidt tot
spanningen tussen de uitvoerende en rechtsprekende macht die
buiten spel wordt gezet. In feite is er een ontwikkeling aan de
gang, waarbij de uitspraken van de rechterlijke macht minder
betekenis hebben. De functie van de rechterlijke macht om in
de burgerlijke rechtsstaat een dam op te werpen tegen de
willekeur van de staat tegenover het individu wordt steeds meer
uitgehold.

Eenzelfde ontwikkeling is te zien bij “Work First” (werken in
ruil voor een uitkering) en verplichte of dwangarbeid. De
uitvoerende macht – de gemeenten – voerden allerlei
maatregelen in, waarbij werklozen verplicht werden door de
staat bepaalde arbeid te aanvaarden. Dit op straffe van
stopzetting van de uitkering en met voorbijzien van de
belangen van de individuele werkloze. Het duurde minstens vijf
jaar voordat de Centrale Raad van Beroep criteria formuleerde
die de bij internationale verdragen verboden dwangarbeid
konden voorkomen. Inmiddels werken gemeenten al jaren met
het nieuwe beleid.

Versnelling

In de reeds ingezette ontwikkeling naar een autoritaire staat valt
op dat met de economische crisis een versnelling lijkt
ingetreden. De regering Rutte kondigde sowieso een serie
maatregelen aan om de staat te reorganiseren. Zoals: de
herindeling van provincies, de terugdringing van het aantal
bestuurslagen, de beperking van het aantal bestuurders en
vertegenwoordigers in wetgevende organen, de uitbreiding van
het snelrecht en het expliciet geformuleerde voornemen het
leger vaker in te zetten voor politietaken.
Deze doorzettende afbraak van de rechtsstaat wordt
gemotiveerd met een beroep op de noodzaak van een no-
nonsense beleid. Al die overvallen op bejaarden en de kleine
criminaliteit op straat, de schooluitval van jongeren, diefstallen
en erger dienen bestreden te worden met ‘praktische
oplossingen’. Daarbij zitten allerlei waarborgen voor de vrijheid
en autonomie van de individuele burger alleen maar in de weg.
Vervolgens gaan de principes van de rechtsstaat eraan met een
beroep op de waarden en grondslagen van die rechtsstaat. Rutte
en zijn helpers zeggen te streven naar een veilige
leefomgeving, een rechtvaardige samenleving en oppassende
burgers. Maar dit streven moet gerealiseerd worden door de
rechtsstaat af te breken.
We kennen dit principe ook van de afbraak van de sociale
zekerheid om de sociale zekerheid te redden. Want dan krijgen
alleen mensen “die het echt nodig hebben” een uitkering en
blijven de betalers van belasting en premies bereid voor die
sociale zekerheid te dokken. Ondertussen betekent de
beperktetoegang tot de sociale zekerheid, bijvoorbeeld voor
mensen die ziek zijn, dat duizenden zonder uitkering komen te
zitten of soms beneden het sociale minimum zakken.

Van de wieg tot het graf

Exponenten van de reorganisatie van de rechtsstaat zijn sociaal-
democraten als de Amsterdamse wethouder Asscher. Hij is
voorstander van overheidsingrijpen in gezinnen gedurende alle
stadia van het socialisatieproces: van baby tot volwassene en
daarna. Ook wethouders van de SP en GroenLinks komen met
dit soort maatregelen. Wanneer bestuurders verzeild raken in de
beheerslogica, werkt dat blijkbaar sterker dan de principes van
de partij die ze vertegenwoordigen. Het kabinet Rutte sluit daar
naadloos op aan door in het regeerakkoord geld vrij te maken
voor de oprichting van “veiligheidshuizen” in de buurten,
verspreid in een dicht netwerk over het hele land.
Deze huizen zijn onder het vorige kabinet al volop tot
ontwikkeling gekomen. Het gaat om een nauwe samenwerking
tussen opsporingsinstanties, gezondheidszorginstellingen en
buurtwelzijnsorganisaties. In de betreffende beleidsnota’s
springt de term “preventief” eruit, zogenaamd repressief
ingrijpen zou noodzakelijk zijn. Lees: straffen zonder vormen
van proces en bewijsvoering van mensen die, soms en
misschien, iets zouden kunnen hebben gedaan of die nog niets
hebben gedaan maar die alvast gestraft worden om te
voorkomen dat ze iets verkeerd doen.
Dat de veiligheidshuizen zich vooral richten op buurten waar
veel allochtonen wonen, kan geen verbazing oproepen. Maar
niet alleen Wilders steunt deze ontwikkelingen. Weliswaar
houdt hij druk op de ketel door een nog verdergaande afbraak
van de rechtsstaat te eisen, maar het zijn de andere politieke
partijen – van sociaal-democraten tot liberalen – die dit beleid
uitvoeren. Na het failliet van de neoliberale politiek zoeken de
bestuurlijke machthebbers op verschillende niveaus naar een
nieuw autoritair model om de wind eronder te houden ten
dienste van de sociale en economische hervormingen die hen
voor ogen staan.

————————————————————–