De activiteiten van de Euromarsen in de afgelopen periode

In 1997 organiseerde het Europese netwerk van de ‘ Euromarsen tegen werkloosheid, armoede en sociale uitsluiting’ een grote demonstratie in Amsterdam, waar 50.000 mensen aan deelnamen. Sindsdien heeft het netwerk vele acties georganiseerd. Deelnemers in het netwerk zijn vakbondsvertegenwoordigers, organisaties van werklozen, uitkeringsgerechtigden en vele andere organisaties. In december waren er vele acties in Frankrijk, waaraan ook vanuit Nederland werd deelgenomen. Het netwerk van de Euromarsen organiseerde op 2,3 en 4 december de ‘Assemblee van uitgeslotenen’ in Parijs en het Europees Verbond van Vakverenigingen organiseerde op 6 december een demonstratie in Nice, waaraan ook een Nederlandse delegatie van de FNV deelnam. Reeds op 12 october organiseerde de FERPA, een organisatie van de nationale vakbonden in Europa die de belangen van ouderen behartigt in Brussel een demonstratie. Hier was een groep kaderleden van FNV Bondgenoten UGO aanwezig. Thema van al die acties: het charter over Europese grondrechten, waarover in 2000 door de verschillende Europese landen werd onderhandeld.

Ieder half jaar vergaderen de ministers van landen die aangesloten zijn bij de Europese gemeenschap (EG) over wijzigingen in de verdragen en andere afspraken. Het voorzitterschap rouleert. Ieder half jaar worden de vergaderingen door een ander land voorbereid en is dat land voorzitter van de vergaderingen. Op de Europese toppen in Helsinki en Keulen die in 1999 werden gehouden is besloten in februari 2000 met een Intergouvernementele Conferentie (IGC) te beginnen, om een soort grondwet voor Europa op te stellen waarin de verhouding tussen de verschillende Europese bestuursorganen, het stemrecht in de Europese ministerraad, de bevoegdheden van de Europese commissie en nog zo het een en ander geregeld moest worden. Deze onderhandelingen stonden in het teken van uitbreiding van de Europese Gemeenschap, waarbij oa vastgesteld moet worden of er een Europa van verschillende snelheden komt en waarbij men intern de zaakjes goed wil regelen alvorens tot uitbreiding over te gaan. Grondrechten die de lidstaten nu hebben, zoals vrijheid van vereniging en vergadering, recht op actievoeren en sociale grondrechten moesten op Europees niveau worden geregeld, zodat de EU kan optreden als de lidstaten zich hier niet aan houden.

Er werd gewerkt aan een soort handvest met daarin geformuleerd wat de grondrechten zijn van de Europese burgers. De Nederlandse parlementariers die bij het opstellen van het grondrechten-handvest waren betrokken, zijn Hirsch Ballin, Korthals Altes en Patijn. Als plaatsvervanger is oa Erik Jurgens van de PvdA aangewezen. In feite zijn/waren er drie groepen die over het charter onderhandelden: vertegenwoordigers van regeringen, vertegenwoordigers van nationale parlementen en vertegenwoordigers van het Europese parlement. Deze benoemden een soort presidium, die allerlei eindteksten aan de drie groepen voorlegde, die overigens ook plenair vergaderden. In het charter moesten ook de sociale grondrechten gedefinieerd worden.

De Euromarsen maar ook de Europese vakbonden verenigd in het Europees Verbond van Vakverenigingen vonden sociale grondrechten even belangrijk als de klassieke grondrechten. Sociale grondrechten (recht op een sociaal minimum, gezondheidszorg, huisvesting) dreigden echter tot op zekere hoogte buiten het charter te vallen. In de tekst staan vage formuleringen over sociale grondrechten. Men gaat ervan uit, dat sommige sociale rechten geen ‘juridische’ rechten zijn maar ‘politieke doelen’ en dat ze dus in een grondrechtenverdrag niet thuishoren. Er wordt bijvoorbeeld gezegd, dat er een erkenning moet zijn ‘van toegang tot sociale ondersteuning’ en ‘ondersteuning bij het vinden van een huis’. Voor de Euromarsen was dit akkoord onacceptabel. Er moet erkend worden, dat een geindividualiseerd sociaal minimum in alle Europese landen noodzakelijk is. Geen enkele burger mag daar beneden zakken. De Euromarsen stellen na veel discussie een geindividualiseerd sociaal minimum op 50% van het Bruto Nationaal Product (BNP) per hoofd van de bevolking.

De acties in Frankrijk stonden in het teken staan van het verzet tegen de tekst van het conceptverdrag. Op 2, 3 en 4 december kwam de ‘Assemblee van uitgeslotenen’ van de Euromarsen voor het eerst bijeen in Parijs. Het Nederlandse komitee Euromarsen ging met 30 afgevaardigden naar de Assemblee. Deze Assemblee werd bezocht door grote delegaties van belangenorganisaties en vakbonden uit bijna alle landen van de Europese Gemeenschap. Er waren ongeveer 200 deelnemers.

Het Nederlandse komitee is lang bezig geweest met de voorbereidingen. Er werden vier werkgroepen gevormd, die op evenzovele onderwerpen bijdragen hebben voorbereid.

In de eerste plaats werd tijdens een plenaire vergadering de werking van het poldermodel en het overheidsbeleid in Nederland uit te leggen. In Nederland zijn we verzand in discussies aan de overlegtafel zonder dat voor de buitenwereld zichtbaar is, wat er nu door belangenorganisaties gedaan wordt. Clientenraden, klantenpanels, ondernemingsraden, consumentepanels, er wordt wat afgepraat en ingesproken. Daarnaast wordt in Nederland op het gebied van arbeidsbemiddeling en disciplinering van uitkeringsgerechtigden nieuwe modellen uitgewerkt, in de vorm van ‘sluitende aanpak”case-management’en geintegreerde hulpverlening, waarbij iedere client bijna van dag tot dag door de overheid of voor haar werkende private bemiddelaars wordt gevolgd. In andere landen is men iets minder ver met die systemen, maar de ervaring leert, dat wat in Nederland wordt ingevoerd, even later ook in andere landen tot stand komt. Men is in het buitenland dus zeer geinteresseerd in onze ervaringen.

De tweede werkgroep stelde een tekst samen over ‘ precaire’ arbeid in Nederland, waarbij aandacht wordt besteed aan de stand van zaken mbt de flexibilisering (uitzendarbeid, oproepcontracten, free-lance werk, etc ) maar ook aan de informele sector, waar de tegenstellingen tussen arm en rijk en de regelrechte uitbuiting van bijvoorbeeld illegalen aan de orde van de dag zijn.

Een derde werkgroep bracht de situatie van uitkeringsgerechtigden in Nederland naar voren. Waar moeten mensen van leven, welke bezuinigingsstrategien zijn ze toe gedwongen en welke eisen zijn er voor verbetering van het inkomen en de kansen op ontplooiing.

Een vierde werkgroep tenslotte stelde een tekst samen over hoe in Nederland de belangenbehartiging van werkenden en uitkeringsgerechtigden is georganiseerd. Verder werden er bijdragen voorbereid over onze opvattingen mbt de gemeenschappelijke campagne voor een gegarandeerd sociaal minimum in heel Europa, waartoe op de Assemblee werd besloten. De basis voor deze gemeenschappelijke campagne zal een tekst zijn met een eigen ‘grondrechtencharter, waarin de rechten van de Europese burgers staan geformuleerd zoals wij die zien. Na een uitgebreide discussie voor en tijdens de Assemblee is het Europese sociale minimum vastgesteld op 50% van het Bruto Nationaal product per hoofd van de bevolking. Er waren echter ook deelnemers, die liever uitgingen van het gemiddeld inkomen per hoofd van de bevolking in plaats van het Bruto Nationaal product. Hierover zal nog veel gepraat moeten worden. De Assemblee en de verdere acties zijn een goede gelegenheid om contacten te leggen en een internationaal netwerk verder uit te bouwen. Op de Assemblee werd ook gepraat over een gemeenschappelijke eis op het gebied van de flexibele arbeid. Hiervoor worden studies voorbereid om de situatie in de verschillende landen te onderzoeken en wat ertegen gedaan kan worden. Op een tweede plenaire zitting van de Assemblee in het najaar van 2001 zal dan een Europese campagne op dit punt worden vastgesteld. Aan het eind van de Assemblee werd ene verklaring anagenomen, waarin de regeringsleiders werden opgeroepen, het voorgestelde grondrechtencharter niet in het vedrag van de Europese Unie op te nemen, zolang de sociale rechten niet worden gegarandeerd, zoals het recht op arbeid, uitkeringen, een minimuminkomen, pensieoenen en huisvesting, evenals de gelijkstelling van vrouwen. Zonder deze rechten wordt het charter een ‘ instrument van sociale regressie’ waarbij de sociale verworvenheden in de verschillende lidstaten bij de uitbreiding van de EG onder druk komen te staan. Verder verlangt de Assemblee, dat ze bij de dialoog over het charta, die verder wordt gehouden, betrokken wordt.

Demonstratie Nice

Van 4 tot 6 december trokken in Frankrijk karavanen vanuit verschillende steden naar Nice, georganiseerd door vele landelijke en plaatselijke groepen, zoals Attac, de Euromarsen en bijvoorbeeld de werklozen van Marseille, die traditioneel begin december een demonstratie in die stad houden voor een eindejaars-uitkering.

Op 6 december was er in Nice, waar de Europese regeringsleiders op dat moment vergaderden, een massa-demonstratie georganiseerd door het EVV. Een FNV-delegatie en een delegatie van de Euromarsen uit Nederland hebben aan de demonstratie deelgenomen.

In januari organiseerde de Nederlandse delegatie van de Euromarsen een evaluatie -bijeenkomst werden plannen gesmeed voor de verdere toekomst.

Het Nederlandse komitee Euromarsen organiseert een busreis naar Parijs voor deelname aan de Assemblee op 2, 3 en 4 december. Er wordt door het komitee geen groepsreis naar Nice georganiseerd voor de acties de dagen daarna. Wie mee wil kan zich opgeven bij het komitee Euromarsen, Da Costakade 148, 1053 XC Amsterdam. Tel: 020-6181815, E-post: bijstbnd@xs4all.nl

(Da Costakade 148-1053 XC Amsterdam)