Werkgelegenheidsbeleid

Het beeld wat uit de statistieken naar voren komt is dat de stijging van de werkgelegenheid vooral ten goede komt aan twee groepen:

1.Mensen, die niet tot de loonafhankelijke beroepsbevolking behoorden, zoals huisvrouwen en zelfstandigen die een baan in loondienst aanvaarden

2.Jongeren, die nog geen 35 jaar zijn.

Met name onder vrouwen, allochtonen en ouderen boven de 35 blijft de werkloosheid toenemen.

Meer dan de helft van het aantal langdurig werklozen behoort tot de leeftijdscategorie boven de 35 jaar. Van clienten van de sociale dienst heeft 40% een uitkering van vier jaar of langer. Het aantal mensen, dat langer dan vier jaar werkloos is neemt toe.

Deze groepen worden door de arbeidsbemiddeling nauwelijks bereikt. In 1997 werd door arbeidsvoorziening 15% van de werklozen bemiddeld. 7% van de langdurig werklozen werd bemiddeld. Vooral kliene en middelgrote bedrijven maken gebruik van arbeidsvoorziening, grote nauwelijks. Als je bedenkt, dat plaatsing op een scholings- of bemiddelingstraject en tijdelijk werk ook wordt meegerekend aals een succesvolle bemiddeling, is glashelder, dat het huidige systeem niet deugt. Toch gaat men voort op de weg van een onoverzichtelijke lappendeken van projekten en projektjes, waarbij middels voortrajecten ‘soft skills’ worden aangeleerd, zoals sollicitsatie en motivatietrainingen in combinatie met de druk van strafkortingen.

Volgens ons moeten de volgende maatregelen worden genomen om de situatie te verbeteren.

1. Met name grote bedrijven moeten op hun personeelsbeleid worden aangesproken. Zij lijken zich aan de door de overheid opgezette werkgelegenheidsprogramma’s te onttrekken. Pogingen vanuit de gemeenschap, langdurig werklozen aan het werk te helpen worden door hen niet gesteund. (uitzonderingen daargelaten). In Zuid-Oost zijn er plannen, bij de vestiging van nieuwe bedrijven, bij de opstelling van een kontrakt voor gronduitgifte het bedrijf te verplichten, mensen uit de wijk in dienst te nemen. Dit gebeurt bij het IJ-burg projekt en bij de MOJO-popconcerten. Dit moet op veel grotere schaal gebeuren. Hierover zou overleg moeten plaatsvinden met het grondbedrijf.

2. Het onder druk zetten van werklozen middels strafkortingen werkt niet. Hun kansen op de arbeidsmarkt worden er niet door vergroot, het heeft eerder ene averechts effect, omdat met name langdurig werklozen meer schroom zullen hebben bij de diverseinstanties aan te kloppen voor ondersteuning. Deze groep moet in positieve zin worden benaderd, door vrijstelling van de sollicitatieplicht en de betere invoering van premies voor vrijwilligerswerk.

3. Deze positieve benadering moet ook tot uiting komen in een betere bijverdiensteregeling, waarvan nu verschillende groepen zijn uitgesloten. Het is een bekend feit, dat veel mensen bij de aanvaarding van betaald werk er financieelniets mee opschiten. Dit als voorzhot op de belastinghervorming; stel werklozen met een gedeeltelijk, door de ficus te verstrekken basisinkomen in staat zowel hun eigen armoedeval te overwinnen en een groot deel van het immense leger trainers, opleiders, scholers, bemiddelaars en coordinatoren kan iets anders gaan doen.

4. Meer faciliteiten en voorzieningen om langdurig werklozen en anderen, waarbij men uitgaat van de initiatieven van de werklozen zelf. Daarbij kan gedacht worden aan projekten mensen zonder werk, waarbij met betrekkelijk wienig kosten een grote groep werklozen kan worden bereikt.

De Centra voor Werk en inkomen

De CWI’s zullen nog veel discussies losmaken. Dit is nu al het geval over een experiment in zuid-oost, waarbij verstrekking van alle uitkeringen en arbeidsbemiddeling worden uitgevoerd door dezelfde commerciele organisatie. Wij willen over dit experiment en de cwi’s enkele punten noemen.

De (gedeeltelijke) privatisering van de arbeidsvoorziening brengt grote gevaren met zich mee. Nu al; is het zo, dat rechten en plichten van de werkzoekenden en van de overheidsinstanties alleen in algemene termen zijn geformuleerd, en dat er bij konkrete voorstellen van een van beide zijden onduidelijk is, in hoeverre dit verpolicht is of niet en een evt sanctie kan volgen. Hierdoor is er in de gesprekken tussen arbeidsbemiddelaars of sociale dienst ambetnaren enerzijds en clienten anderzijds een groot schemergebied, waarin rechten en plichten niet duidelijk zijn geformuleerd. Ook bij wat bekend is over het nieuwe experiment in zuid-oost zijn de rechten van de clienten vaag gehouden, zodat de funktionarissen alle kanten uitkunnen. Bij privatisering van de arbeidsbemiddeling, waarbij de demokratische controle van de overheid op afstand komt te staan en de bemddelaar fincniele belangen heeft bij de bemiddeling, kunnen de rechten van clienten nog verder ondergesneeuwd raken en bestaat het gevaar, dat in het geheel geen rekening meer wordt gehouden met hun wensen, waarbij ze op een oneigenlijke manier onder druk worden gezet. Bovendien zullen de commerciele bedrijven de ‘krenten’ uit de pap vissen, waarbij de langdurig werklozen doorgeschoven zullen worden naar de resten van de publieke arbeidsbemiddeling. Bovendien zijn voor deze commerciele instanties werkenden, die ander werk zoeken of mensen die geen uitkering hebben niet interessant, omdat men toe wil naar een systeem, waarbij een deel van het bespaarde uitkeringsgeld ter beschikking komt van de commerciele organisatie.

Er zijn in de nieuwe opzet van de cwi’s en het experiment in zuid-oost geen garanties op behoorlijk betaald werk. Het enige wat gebeurt is, dat nog zwaarder aan de mensen wordt geslueteld, maar waar zijn de banen voor die mensen? Individuele beoordeling betekent voor veel werkzoekenden dat hun rechten vaag zijn of afwezig.

Er moet door de centrale stad een duidelijker regie worden gevoerd over het werkgelegenehidsbeleid en de arbeidsbemiddeling, voorzover dat onder haar verantwoordleijkheid valt, in samenwerking met arbeidsvoorzienin, waarbij de werkzoekdnen in gesprekken met arbeidsbemiddelaars beter weten waar ze aan toe zijn.

De gang van zaken bij de opzet van het experiment in zuid-oost en de onderhandelingen over de nieuwe cwi’s waarbij hoge ambtenaren in achterkamertjes langdurig onderhandelen waarbij ieder zijn eigen winkeltje wil veiligstellen, zonder dat de politiek erbij betrokken is, is symptomatisch voor de huidige situatie. Er moet een openbaar debat over de organisatie van de arbeidsbemiddeling in Amsterdam komen, voordat alles in binnenkamertjes in feite al besloten is!

P vdL januari 2000