Vakbeweging laat zich buitenspel zetten bij privatisering sociale zekerheid

Dit artikel is verschenen in Kleintje Muurkrant nr 325, 25 september 1998. Ook verschenen in dagblad Trouw van 28 augustus 1998. https://www.trouw.nl/home/vakbeweging-laat-zich-buitenspel-zetten-bij-privatisering-sociale-zekerheid~a5c838a0/

Vakbeweging loopt achter de feiten aan.

“We zijn voor minder naar het Malieveld gegaan”, die uitspraak deed de voorzitter van het FNV, Lodewijk de Waal enige maanden geleden toen het over de privatisering van de sociale zekerheid ging. De bestuurders van de vakcentrale riepen echter niet op tot akties. Ze sloten enige tijd geleden een akkoord met de werkgevers in de Stichting van de Arbeid over een beperkte privatisering van de werknemers verzekeringen. Men wilde zo de onderhandelingen over het nieuwe kabinet, die volop aan de gang waren, beinvloeden. Ondertussen leiden allerlei maatschappelijke ontwikkelingen tot een algehele privatisering van de sociale zekerheid. Door eenzijdig te mikken op overleg loopt de vakbeweging achter de feiten aan.

De laatste maanden ging de discussie over de privatisering van de sociale zekerheid niet meer over wel of niet privatiseren. Er moest geprivatiseerd worden, dat vond men duidelijk. Maar hoe? Globaal zijn er nu twee standpunten.

Vlak voor de verkiezingen hebben minister Melkert en staatssecretaris de Grave van Sociale Zaken een nota over privatisering uitgebracht. Standpunt van de minister was, dat de eerste intakegesprekken, de poortwachtersfunctie van de sociale dienst, en de beoordeling of iemand voor een uitkering in aanmerking komt, de zogenaamde claimbeoordeling, niet geprivatiseerd mogen worden. De verdere uitvoering kan wel geprivatiseerd worden, dus de verdere organisatie van het verstrekken van uitkeringen.

Organisatorisch moet het daarbij als volgt gaan. De claimbeoordeling zou gedaan moeten worden door een instantie, die onder publieke (dus politieke) verantwoordelijkheid staat. Werkgevers krijgen voor de uitvoering van de werknemersverzekeringen het recht, te kiezen voor de goedkoopste instantie. De vakbeweging staat volledig buiten spel.

Het tweede standpunt wordt ingenomen door vakbeweging en werkgevers in de Stichting van de Arbeid (STAR). Ook hier valt de claimbeoordeling buiten de commerciële uitvoeringsorganisatie. Dit wordt echter wel ondergebracht in een juridisch gescheiden deel van de uitvoeringsorganisatie, die onafhankelijk opereert, met zeggenschap van werknemers, werkgevers en overheid. Bij de keuze van de uitvoeringsinstelling krijgen vakbonden medezeggenschap. In CAO-onderhandelingen wordt de vakbeweging betrokken bij de keuze. Is er geen CAO, dan moet worden overlegd met de ondernemingsraad. Verder spreekt het akkoord zich uit voor het overeind houden van het huidige publieke budget voor arbeidsvoorziening.

regionale bijeenkomsten

Toen het akkoord in de STAR bekend werd, waren veel vakbondsleden verbijsterd. Hoe konden de onderhandelaars akkoord gaan met privatisering van de werknemersverzekeringen WW en WAO, zonder dat de leden geraadpleegd waren en zonder dat er uitgebreide discussies over hadden plaatsgevonden? De FNV-centrale besloot daarop een serie regionale bijeenkomsten te beleggen om het akkoord te bespreken. Eigenlijk mosterd na de maaltijd, want de FNV-feratieraad en ook de Bondsraad van FNV Bondgenoten hadden zich al akkoord verklaard.

Een van de bijeenkomsten werd gehouden in de Aristozalen op Amsterdam Sloterdijk. Een onderhandelaar probeerde die avond aan de aanwezige kaderleden uit te leggen, waarom de FNV het principe-akkoord in de STAR gesloten had. Uitgangspunt is volgens de onderhandelaars, dat niet wordt getornd aan de hoogte en de duur van de uitkeringen en dat er een strikte scheiding is tussen de grote en de kleine geldstroom. De grote geldstroom heeft betrekking op de uitbetaalde uitkeringen. De kleine geldstroom betreft de kosten van de uitvoeringsorganisatie. Alleen de kleine geldstroom, dus de uitvoering wordt volgens het STAR-akkoord geprivatiseerd. Ook werd naar voren gebracht, dat er altijd veel kritiek is op de uitvoeringsinstellingen, en dat deze reorganisatie tot veel verbeteringen zou kunnen leiden, omdat met elkaar concurrerende commerciele uitvoeringsinstellingen gedwongen zouden worden goedkoop, efficient en klantvriendelijk te werken.

De voorbereiding van het akkoord heeft zes weken geduurd. Men wilde snel werken, omdat er signalen waren, dat de politieke onderhandelaars voor het tweede paarse kabinet in de achterkamertjes van het Binnenhof de privatisering van een en ander wilden regelen, waarbij alleen de werkgevers de opdrachtgever van de uitvoeringsinstellingen zouden zijn en niet de vakbeweging. Er moest dus snel gehandeld moest worden om tot een unaniem advies te komen, zodat de onderhandelaars in het kabinet daar niet omheen konden. Het federatiebestuur van de FNV besloot daarop, alleen de Federatieraad (met vertegenwoordigers van de aangesloten bonden) te raadplegen.

vragen

De snelle manier van werken bij het overleg met de werkgevers, om zo via verder overleg het regeerakkoord te kunnen beinvloeden had zo zijn gevolgen. Er werden praktisch-kritische vragen uit de zaal gesteld. Iemand noemde een voorbeeld van een client, die zijn uitkering niet heeft ontvangen- waar kan die in beroep gaan? Het bleek, dat er alleen algemene uitgangspunten op papier stonden, zoals het feit, dat de claimbeoordeling, de overheidsvoorschriften en de beroepsprocedures een publieke zaak blijven. De vragen uit de praktijk die in de zaal werden gesteld konden niet beantwoord worden. Er was eenvoudigweg niets over geregeld. Alleen de globale scheidingslijnen tussen publiek en privaat zoals hierboven genoemd waren beleidsmatig duidelijk. Om zich eruit te redden, vermelde de onderhandelaar, dat dit pas de eerste fase is, en dat over de tweede fase nog een langdurig discussie gevoerd moet worden, waar iedereen bij wordt betrokken. Uit de praktische vragen blijkt, dat de scheiding tussen uitvoering en beleid in de werkkamer van de ambtenaar, die tegenover de client zit niet geldt. De vakbonden hebben dus een akkoord gesloten waarvan ze de consequenties nauwelijks kunnen overzien. Er is een reeks van argumenten aan te voeren, waarom de scheiding tussen beleid en uitvoering in de praktijk niet bestaat en waarom een commerciele organisatie die winst maakt haar kosten zal afwentelen op het niet of maar beperkt gebruiken van voorzieningen door clienten. Naast de praktische vragen die hierboven werden genoemd was er vooral kritiek op de ondemokratische besluitvormingsprocedures.

algehele privatisering

De commerciele verzekeraars en de reeds geprivatiseerde uitvoeringsinstellingen hebben bij de privatisering van de ziektewet en nu bij de gedeeltelijke privatisering van de werknemersverzekeringen WW en WAO een voet tussen de deur gekregen, die ze nooit meer terugtrekken. Ze zullen met hun ongetwijfeld machtige lobby-apparaat de weifelende en op overleg gerichte sociaal-demokraten van FNV en PvdA onder druk zetten, de deur naar de miljarden aan verstrekte uitkeringsgelden verder open te zetten en over te gaan tot algehele privatisering, waarbij de commerciele verzekeraars grote winsten kunnen halen uit het niet of in mindere mate verstrekken van uitkeringen. Het begint zich al af te tekenen hoe de verdere discussie en de lobby van die uitvoeringsinstellingen zal gaan. In Amsterdam Zuid-Oost start binnenkort een experiment, waarbij de uitvoering van de bijstandswet volledig wordt geprivatiseerd, ook de beoordeling of iemand voor een uitkering in aanmerking komt. De private onderneming krijgt enkele jaren uitkeringsgeld van een werkloze en hoe eerder die betaald werk heeft, (lees: hoe minder mensen een uitkering hebben) hoe meer de private onderneming verdient. Ach, zal men zeggen, het is maar een experiment op kleine schaal. Waarna enige tijd later ongetwijfeld juichend zal worden gedaan over de uitstroomcijfers, dus het aantal werklozen dat aan betaald werk werd geholpen. Zonder dat wordt onderzocht, wat voor werk het is, en onder welke voorwaarden, en wat de neveneffecten zijn zoals het niet gebruik van voorzieningen en uitkeringen, waar men wel recht op heeft. Vervolgens zal worden gesteld: Moet dit systeem niet verder worden uitgebreid? En zo gaat het verder.

Als de vakbeweging niet uit een ander vaatkje gaat tappen zal over enkele jaren de algehele privatisering een feit zijn.

Piet van der Lende