Ook verschenen in het maandblad uitkeringsgerechtigden MUG van februari 1997.
Bijstand en hogere beroepsopleidingen
Meneer X volgt een hogere beroepsopleiding voor maatschappelijk werk. Hij heeft hier in eerste instantie geen toestemming voor gevraagd. Het is een deeltijdopleiding van één dag in de week. De opleiding duurt drie jaar. Hij heeft naast een aanvullende sociale dienst-uitkering werk in deeltijd. Na een jaar krijgt hij een oproep voor een controle van de sociale dienst. Daar wordt duidelijk dat hij de opleiding volgt. Na enig heen en weer gepraat blijkt dat de ambtenaar het goed vindt dat de cliënt de opleiding volgt. Hij moet echter wel een verklaring inleveren van de werkgever waar hij op dat moment in deeltijd werkt, dat er na de opleiding gegarandeerd een baan voor hem is. Als hij deze heeft ingeleverd en verder niets meer hoort, dan is het goed, zegt de ambtenaar. De cliënt levert zo’n verklaring in. Na twee jaar wordt hij opgeroepen in het kader van de intake-gesprekken voor de nieuwe Bijstandswet. Ook hier blijkt weer dat hij de opleiding volgt. Er is inmiddels wel het een en ander veranderd. De cliënt heeft ontslag gekregen bij de werkgever en heeft inmiddels een WW-uitkering. Daarnaast blijft een aanvullende sociale dienst-uitkering bestaan. De bedrijfsvereniging doet niet moeilijk over het feit dat hij de opleiding volgt. Men geeft daarvoor toestemming. De ambtenaar van de sociale dienst die nu de controle in het kader van de nieuwe Bijstandswet uitvoert, doet echter erg moeilijk. ‘Meneer, de hoofdregel is dat een hogere beroepsopleiding of academische studie met behoud van bijstand niet mag. Dus ik ga adviseren uw uitkering stop te zetten.’ Tegenargumenten helpen niet. De cliënt weet dat enkele van zijn klasgenoten wel de opleiding met behoud van een bijstandsuitkering mogen volgen. Omdat de opleiding één dag in de week is, wordt hun uitkering een dag gekort. Is dat bij hem dan ook niet mogelijk? Hij is in principe voor de rest van de tijd volledig beschikbaar voor de arbeidsmarkt. Bovendien heeft ook de bedrijfsvereniging toestemming gegeven. En er is een jaar geleden door de sociale dienst stilzwijgend toestemming gegeven voor het volgen van de opleiding. De opleiding duurt nog nauwelijks een jaar. Moet hij de opleiding afbreken, nu die bijna voltooid is? Maar de ambtenaar is onvermurwbaar.
Op het moment van dit schrijven was de beschikking nog niet binnen, maar we hebben de cliënt geadviseerd in ieder geval in beroep te gaan.
Volgens de werkvoorschriften is een opleiding in deeltijd of volledig hoger beroeps of wetenschappelijk dagonderwijs in beginsel niet toegestaan met behoud van uitkering. Wel kunt u, nadat u hiervoor toestemming hebt gevraagd, in principe schriftelijk of avond-onderwijs op dat niveau volgen. Ook is soms een kort durende, gerichte om-, her- of bijscholing op hoger beroeps onderwijsniveau mogelijk. Met name wanneer het gaat om specifieke, door het Arbeidsbureau geïndiceerde, op werklozen gerichte projecten. Schriftelijk of avond-onderwijs volgen als voortzetting van een nog niet afgemaakte academische studie, mag echter weer niet. De gemeente Amsterdam hanteert hierbij zeer strenge regels, die in individuele gevallen soms onrechtvaardig uitwerken. Wilt u meer weten over dit onderwerp, neem dan contact met ons op.
Piet van der Lende